Skip to main content

Orgel

Dispositie Laarkerkorgel:

Hoofdwerk   Rugpositief   Pedaal  
Prestant 8' Holquintadena 8' Prestantbas 16'
Holpijp 8' Roerfluit 8' Subbas 16'
Salicionaal 8'  Prestant 4' Octaafbas 8'
Octaaf 4' Open Fluit 4' Gedekt 8' 
Koppelfluit 4' Nasard 2 2/3' Koraalbas 4'
Salicionaal 8’ Fluit 2' Bazuin 16'
Octaaf 2' Terts 1 3/5'    
Mixtuur IV-V Scherp III    
Trompet 8' Dulciaan 8'    
    Tremulant      

Manuaalkoppeling (trede): Hoofdwerk + Rugwerk.
Pedaalkoppelingen (treden): Ped.+ HW. en Ped.+RW

pdfOrgelgeschiedenis Laarkerk

Aanvulling:
Van oud-Zuidlaarder Jur Kerssies te Baarn, sinds kort abonnee op “De zeven brinken”, vernam ik enige aanvullingen op bovengenoemd artikel. Hij was namelijk van 1953 –1961 organist in de Gereformeerde Kerk, wat ons (Fer Harleman, Tjeerd Bosklopper, Geuko Tiggelaar en Peet den Hartog) onbekend was.

Jur Kerssies schreef: “1950, vijf jaar na de Tweede Wereldoorlog, was nu niet bepaald een moment waarop de Geref. Kerk van Zuidlaren grote investeringen kon doen. De mogelijkheid kwam toch, omdat de heerJ. Pottjewijd, gemeentelid en organist, (de meeste) financiële middelen ter beschikking stelde voor een nieuw kerkorgel. Voorwaarde was wel dat hij er ook op moest spelen. Dat gebeurde, zondags, in de ochtenddienst. Voor velen was dat geen genoegen, maar het heeft niet lang geduurd. Toen ik in 1953 tot organist in die kerk werd benoemd, was hij er niet meer.
Voor de muzikale en technische kant van dit orgelbouwproject werd een beroep gedaan op de heer S. Welmers. Laatstgenoemde was ook lid van de Geref. Kerk, maar kwam zelden, omdat hij als beroepsmusicus organist was van de Stichtingskerk op Dennenoord. Daar speelde hij zondags om 10.00 uur en 14.00 uur. Toen het nieuwe Reilorgel klaar was, kwam daar nog een dienst bij, want Welmers speelde voortaan ook om 16.45 uur in de Geref. Kerk van Zuidlaren.
Dat het nieuwe orgel uitgerust was met een rugpositief en een mechanische tractuur, was een uitdrukkelijke wens van de heer S. Welmers.
Uit het programma blijkt dat als adviseurs van de Geref. Organistenvereniging de heren Joh. M Vetter en A. v.d. Zee waren aangetrokken. Ook de laatstgenoemden, evenals de eerder genoemden, leverden op de dag van ingebruikneming hun muzikale bijdragen. Zelf was ik hierbij aanwezig.”(einde citaat Jur Kerssies, die zijn schrijven aan mij besloot met de uitdrukkelijke vermelding, dat hij zeer veel waardering heeft voor allen die aan deze uitgave hebben meegewerkt).